Informatie voor wanneer u een dood dier gevonden heeft
Een dood dier bewaren
Van het moment van de vondst tot de overdracht aan de preparateur moet het dode dier natuurlijk vers blijven. Hoe verser het dier is, hoe groter de kans is op een mooi preparaat. Het bewaren is heel simpel. Pak het dier zo luchtdicht mogelijk in in plastic. Dat mag een boterhamzakje, diepvrieszakje, een vuilniszak of een boodschappentas zijn, als het maar goed dicht geplakt word zodat er zo min mogelijk zuurstof bij kan. Stop het dier daarna in de vriezer en bel zo snel mogelijk voor een afspraak om het dier te komen brengen. Een goed ingevroren en verpakt dier kan na een paar decennia in de vriezer nog steeds opgezet worden.
Wanneer wel/niet geschikt voor prepareren
Voor zowel vogels als zoogdieren geldt dat het dier zo vers mogelijk moet zijn. Ruikt een dier rot, dan is het vaak niet meer op te zetten. Bij vogels die in de rui zijn, bestaat het probleem dat de bloedpennen bij het prepareren uitvallen, waardoor er kale plekken ontstaan. Bij twijfel kan een dier altijd gebracht worden, weggooien kan altijd nog.
Botbreuken en/of andere verwondingen zijn meestal geen probleem. Bij extreme beschadiging waarbij er veel extra werk nodig is voor reparaties, kan een meerprijs berekend worden. Dit wordt altijd van tevoren besproken.
Wetgeving
Per 1 januari 2017 is de Wet Natuurbescherming in intrede gegaan. Sindsdien is het niet meer nodig om met een dood dier langs het politiebureau te gaan. Alle dieren mogen direct door u afgeleverd worden bij de preparateur.
-> Wilde inheemse vogels moeten geregistreerd worden en voorzien van een merkteken. Dit regelt de preparateur voor u.
-> Wilde zoogdieren kunnen zonder registratie en merktekens geprepareerd worden.
-> Soorten die onder de CITES-wetgeving vallen dienen aangeleverd te worden met de juiste (BOD) documenten.
Van het moment van de vondst tot de overdracht aan de preparateur moet het dode dier natuurlijk vers blijven. Hoe verser het dier is, hoe groter de kans is op een mooi preparaat. Het bewaren is heel simpel. Pak het dier zo luchtdicht mogelijk in in plastic. Dat mag een boterhamzakje, diepvrieszakje, een vuilniszak of een boodschappentas zijn, als het maar goed dicht geplakt word zodat er zo min mogelijk zuurstof bij kan. Stop het dier daarna in de vriezer en bel zo snel mogelijk voor een afspraak om het dier te komen brengen. Een goed ingevroren en verpakt dier kan na een paar decennia in de vriezer nog steeds opgezet worden.
Wanneer wel/niet geschikt voor prepareren
Voor zowel vogels als zoogdieren geldt dat het dier zo vers mogelijk moet zijn. Ruikt een dier rot, dan is het vaak niet meer op te zetten. Bij vogels die in de rui zijn, bestaat het probleem dat de bloedpennen bij het prepareren uitvallen, waardoor er kale plekken ontstaan. Bij twijfel kan een dier altijd gebracht worden, weggooien kan altijd nog.
Botbreuken en/of andere verwondingen zijn meestal geen probleem. Bij extreme beschadiging waarbij er veel extra werk nodig is voor reparaties, kan een meerprijs berekend worden. Dit wordt altijd van tevoren besproken.
Wetgeving
Per 1 januari 2017 is de Wet Natuurbescherming in intrede gegaan. Sindsdien is het niet meer nodig om met een dood dier langs het politiebureau te gaan. Alle dieren mogen direct door u afgeleverd worden bij de preparateur.
-> Wilde inheemse vogels moeten geregistreerd worden en voorzien van een merkteken. Dit regelt de preparateur voor u.
-> Wilde zoogdieren kunnen zonder registratie en merktekens geprepareerd worden.
-> Soorten die onder de CITES-wetgeving vallen dienen aangeleverd te worden met de juiste (BOD) documenten.